Hollandse Meesters Her-Zien in OSCAM
Christy Ju
PERSBERICHT
Amsterdam, 11 oktober 2018
Hollandse Meesters Her-zien – Urban Myth i.s.m. Amsterdam Museum – geeft gezicht aan zwarte Amsterdammers in de Gouden Eeuw Onthulling portret Sylvana Simons als Elizabeth Samson e.a. 18 oktober in OSCAM
Bijna onzichtbaar zijn ze, de zwarte inwoners van Amsterdam in de Gouden Eeuw. Op de schilderijen van de grote Hollandse meesters prijken vooral witte hoofdpersonen. De enkele zwarte personen zijn bijfiguren, vaak ter illustratie van de rijkdom van een witte hoofdfiguur. Op 18 oktober onthult curator Jörgen Tjon A Fong van Urban Myth, i.s.m. Amsterdam Museum, de eerste drie portretten van de (groeiende) tentoonstelling ‘Hollandse Meesters Her-zien’ in OSCAM. Prominente Nederlanders, waaronder Silvana Simons, José Montoya en Jörgen Tjon A Fong, kruipen in de huid van de bijna onzichtbare zwarte Nederlanders die in de zeventiende en achttiende eeuw in Holland leefden.
Sylvana Simons in de rol van de rijke ‘vrije zwarte’ Elizabeth Samson
Op basis van historisch onderzoek kozen Tjon A Fong en Imara Limon en Tom van de Molen van Amsterdam museum, een tiental historische figuren. Fotografe Millete Raats portretteert deze tien in de stijl van Rembrandt en zijn tijdgenoten. Politica Sylvana staat op de foto als Elisabeth Samson, de rijke Surinaamse zakenvrouw die als ‘vrije zwarte’ aan het hoofd stond van diverse plantages in Suriname en in Amsterdam een schip liet bouwen voor verscheping van haar goederen. José Montoya is Hendrik Adrianis, lakei aan het hof van Wilhelmina van Pruisen.
Programma onthulling
Curator Jörgen Tjon A Fong onthult de eerste drie foto’s. Na de onthulling volgt een vraaggesprek met Sylvana Simons, Imara Limon (Amsterdam Museum), Esther Schreuder (historica) en Janne Kromhout (kledingonderzoek)
Wanneer: Donderdag 18 oktober 17.00 uur tot 20.00 uur
Locatie: OSCAM, Bijlmerdreef 1289, 1103 TV Amsterdam
Curatorschap Jörgen Tjon A Fong Urban Myth
Tjon A Fong heeft als artistiek leider van theatergroep Urban Myth (vaste bespeler van Internationaal Theater Amsterdam) zijn sporen verdiend in de grote zalen van de Nederland. Met Het Gezicht van Amsterdam, zijn eerste tentoonstelling, breidt hij zijn rol van oprichter, regisseur en tekstschrijver van Urban Myth uit met die van curator. Hiermee verandert Urban Myth van muziektheatergroep naar een discipline-overschrijdende culturele organisatie. Jörgen Tjon A Fong: “Net als met onze theatervoorstellingen wil ik met deze tentoonstelling mensen laten nadenken over de identiteit van Nederland en haar bevolking. Zwarte mensen hebben ook hun roots in Amsterdam. Het straatbeeld van Amsterdam is al eeuwen gekleurd”.
Het gezicht van Amsterdam is een unieke samenwerking tussen Urban Myth, Amsterdam Museum en OSCAM, waarbij de drie organisaties een onvertelde geschiedenis van Amsterdam een gezicht geven.
Credits
Concept en curatorschap: Jörgen Tjon A Fong Urban Myth i.s.m. Amsterdam Museum Locatie: OSCAM Fotografie: Milette Raats Kostuums: Janne Kromhout van Min Design, Jantine Kraaijeveld van Passen en Meten, en Nina Voigt. Coproducent: Internationaal Theater Amsterdam
Einde bericht ——————————————————————————————————————— Voor aanwezigheid op 18 oktober of meer informatie kunt u contact opnemen met Christy Ju van Urban Myth via publiciteit@urbanmyth.nl of 06 48401495
Urban Myth en regisseur Jorgen Tjon A Fong
Culturele organisatie Urban Myth geeft onvertelde verhalen een podium. Daarbij kiest Urban Myth, met oprichter en regisseur Jörgen Tjon A Fong aan het roer, voor nieuwe invalshoeken op onze gedeelde Nederlandse geschiedenis die aanzetten tot gezamenlijk nadenken over identiteit. Wie ben ik, wie is de ander? Wie zijn wij samen? Urban Myth speelt, als vast theatergezelschap van Internationaal Theater Amsterdam, grote zaal voorstellingen door het hele land. Naast theatervoorstellingen maakt Urban Myth ook eigenzinnige en diverse programmering, variërend van talkshows tot kunstdiscipline-overstijgende samenwerkingen met musea en een alternatieve Nachtmis.
Kijk op www.urbanmyth.nl voor meer informatie en alle Urban Myth-voorstellingen.
Familievoorstelling Martin Luther King wint zilveren krekel
Christy Ju
Persbericht
Amsterdam, 14 maart 2019
|
Martin Luther King in de Theaterkrant
Witte regisseur op toneel maakt rassensegregatie wrang invoelbaar
5 oktober 2018
De voorstelling begint en eindigt met een knal: het pistoolschot dat Martin Luther King precies vijftig jaar geleden op het balkon van het Lorraine Motel in Memphis fataal werd. In het uur daartussen zien we hoe King zich verzet tegen de rassenscheiding in de Verenigde Staten, maar ook de weerstand die zijn verzet oproept.
José Montoya speelt Martin Luther King, die als zorgeloos achtjarig jongetje met zijn vader geweigerd wordt in een schoenenwinkel: zwarte mensen moeten maar via de ingang in het steegje om de hoek. Het is zijn eerste confrontatie met de segregatie: niet veel later moet hij naar school en ziet hij hoe zijn buurjongetjes naar een andere school gaan dan hij.
Regisseur Jörgen Tjon a Fong, die ook de tekst schreef, springt in deze jeugdvoorstelling in rap tempo door het leven van King: de busboycot, de mars naar Washington, zijn befaamde speech. Hij laat daarbij meer ruimte voor biografische gebeurtenissen dan voor de emotie en impact op de personages. Daardoor blijven de personages wat aan de oppervlakte.
In niet meer dan een bijzin benoemt Coretta King bijvoorbeeld de weerslag die haar mans strijd heeft op hun gezin, in slechts een spaarzaam moment zien we de druk die de gemeenschap op King legt – terwijl juist die momenten ons sterk met de iconische personages doen identificeren.
De muziek, verzorgt door acteur/muzikant Gianni Noten, Timothy Bennet en Djuwney zit sterk in het verhaal verweven, en verbindt de personages in hun strijd – het is bovendien mooi dat de scheidslijn tussen speler en muzikant diffuus is.
Tjon a Fong maakt de impact van de rassensegregatie op slimme wijze invoelbaar: door (de witte) acteur Viktor Griffioen als regisseur voor de spelersgroep neer te zetten. Het creëert direct een zeer concrete ongelijkwaardige verhouding tussen hem en de anderen. Zo laat hij naar gelang zijn wensen scènes opnieuw beginnen, laat een rol van Imanuelle Grives overnemen door Rosa da Silva (‘even een andere kleur’), dwingt Grives tot een overdreven Surinaamse dictie en vervangt Montoya zelfs door een zwart jongetje uit het publiek.
Het is een wrange, maar heldere parallel: aan alles voel je dat het niet klopt, maar in eerste instantie schikt iedereen zich naar deze blijkbaar afgesproken rolverdeling. Maar als in de voorstelling de scène met Rosa Parks voorbijkomt – de zwarte vrouw die weigerde haar plaats in de bus aan een witte man af te staan en gearresteerd werd, waarop de zwarte gemeenschap onder leiding van King reageerde met de busboycot – gaan ook de spelers steeds meer in verzet tegen dit patroon. ‘Even een andere kleur’, pareert Montoya als hij zelf de regie overneemt. De muzikanten komen eveneens in verzet tegen de dominante rol van Griffioen.
Daarna ontpopt Griffioen zich gaandeweg tot bange, boze witte man, die het gevoel heeft dat hem zijn rechten – ‘waar hij hard voor gewerkt heeft’ – worden ontnomen. ‘Tradities worden opgeschud, en door wie? Door mensen die tevreden zouden moeten zijn met de kansen die dit prachtige land ze biedt.’
Als op het einde het voltallige publiek op het podium deelneemt aan de mars voor gelijke rechten, en de openingsscène nog eens plaatsvindt, maar nu op de lege tribune waar we net zaten, wordt maar eens pijnlijk duidelijk dat ongelijkheid, racisme, angst en boosheid niet iets zijn waar we vanaf een afstandje naar kijken, maar wat nog steeds in ons midden plaatsvindt. De strijd is nog niet gestreden.
Foto: Jean van Lingen
Deel deze recensie
15 augustus 2019
Geen land, geen vrienden - Groene
Geen Land, Geen Vrienden
Loek Zonneveld
– verschenen in nr. 6
De zwarte papa en zijn zoontjes gaan op weg voor een ijsje. Het jongste kind had in die winkel wel eens eerder voor een kwartje ijs gekocht. Maar dat was dan aan de achterkant, in de steeg, bij ‘het luik voor de negers’. Zijn zwarte papa gaat door de voor hem verboden voordeur.
De scène wordt verteld als in een western van Sergio Leone, met lange stiltes en veel zweetdruppels. En aan het eind komt de politie. ‘Stomme neger. Is dat je kind? Arm joch, met zo’n vader!’ Zo gaat het altijd, piekert het zoontje. ‘Robert Franklin Williams, meekomen! Jij denkt dat je boven de wet staat, toch?’ Het is 1958. Williams is voorvechter van burgerrechten. In zijn boek Negroes with Guns bepleit hij dat de zwarte burger zich bewapent tegen de Ku Klux Klan. Ik had vóór de prachtroman We hadden liefde, we hadden wapens van Christine Otten nog nooit van Williams gehoord. Urban Myth, de toneelgroep van Jörgen Tjon A Fong, kocht de theaterrechten voor er één letter van dat boek op papier stond. Het ijzersterke verhaal gaat over een lucide gek die beseft dat je nooit gelijk hebt voor je het hebt gekregen. En je krijgt het als zwarte gek in het gesegregeerde zuiden van de Verenigde Staten vooralsnog nooit.
Je zit als publiek midden in het sidderende centrum van dit verhaal voor je het in de gaten hebt. Zelfs het podium is gesegregeerd, met een doorschijnend gordijn dat pas scheurt als er liefde is: het wordt kapot gezongen door Manoushka Zeegelaar Breeveld (de minnares, de vrouw, de moeder, Mabel heet ze), die met een paar regels ‘gefluisterde’ Billy Holliday onze harten aan flarden zingt. Het ongelooflijke verhaal van Williams (Mandela Wee Wee speelt hem met een ontwapenende flair) wordt in feite verteld door haar ogen en die van zoon John, die knap schakelt tussen een strakke commentaartoon en een ingedaalde en beheerste ontroering – Gery Mendes zwiept je door het verhaal, ik heb met open mond naar die jongen zitten kijken.
Het team, met ook Ntjam Rosie, Janneke Remmers en Huub van der Lubbe, zorgt in de allereerste plaats voor een muzikale (muziek: Jeroen van Olffen) trip door deze ruige geschiedenis, aan de hand van Nina Simone (‘Ain’t got no country, ain’t got no friends’), en met blues, soul, rap en jazz. Alles gaat in de pressure cooker van verdriet en woede. Soms uitlopend op een ouderwets kwaaie vorm van agitprop, met borden en gescandeerde slogans en kruisen van de Klan, die met opzwepende ritmes tot gruzels worden getimmerd.
De voorpremière in het Bijlmerparktheater, op de avond van Inauguration Day, leek de gedroomde aspirine voor Trump-depressies – maar zo simpel gaan die dingen natuurlijk niet. De materie mag dan taai zijn, ze is ook simpel en snoeihard, vrolijk vaak, maar ook onverbiddelijk en wreed. Dat zingt Huub van der Lubbe in het slotlied, een verstilde apotheose waar mijn keel van dicht kneep. Prachtavond!
Deel deze recensie
2 maart 2019
De Theaterkrant - Zwarte strijd, soul en blues kruipen onder je huid
Zwarte strijd, soul en blues kruipen onder je huid.
Anita Twaalfhoven
29 januari 2017
‘Ain’t got no country, ain’t got no friends’, zingt Nina Simone. De soul en rhytm & blues in de periode van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging in de jaren zestig vertelt een verhaal dat pijnlijk actueel is. We hadden liefde, we hadden wapens van Urban Myth is een schot in de roos en de prachtige muziek van een cast met klinkende namen als Ntjam Rosie, Huub van der Lubbe en Manoushka Zeegelaar Breeveld laat het schouwburgpubliek onontkoombaar swingen in de stoelen.
Grote protestborden met activistische leuzen over gelijkheid tussen zwart en wit zakken vanuit het plafond naar beneden. Daarachter zijn de kruizen te zien die de Ku Klux Klan in de tuin van opstandige zwarten in brand steekt. De voorstelling neemt je mee naar Monroe, een stadje in North Carolina, waar de zwarte burgerrechtenbeweging van de jaren zestig met de agressie van de blanke overheid en racistische bewegingen te maken kreeg.
Anders dan Marten Luther King vond hoofdpersoon Robert F. Williams geweld soms een noodzakelijk kwaad. ‘Het is altijd een onvervreemdbaar recht geweest van de Amerikanen, dat, als de staat het recht niet wil handhaven, de burger gewapend mag en kan ingrijpen als hij zichzelf moet verdedigen tegen rechteloos geweld.’ Dat schreef hij in 1962 in zijn boek Negroes with Guns. Zijn levensverhaal inspireerde Christine Otten onlangs tot haar boek We hadden liefde, we hadden oorlog en nu dus Urban Myth tot de gelijknamige voorstelling (in een bewerking van theaterauteur Jibbe Willems).
Wat maakt het levensverhaal Williams en zijn gezin zo actueel, vraag je je aan het begin van de voorstelling af. De zwarte Amerikanen eisen rechten op die nu volkomen vanzelfsprekend lijken. Reizen met de bus, toegang tot een zwembad en het onderwijs. Hoe is het mogelijk dat de samenleving in die tijd nog zó gesegregeerd was dat protest tegen deze rechteloosheid tot hevig geweld leidde. Maar langzamerhand, zonder dat de spelers die link expliciet maken, bekruipt je het onaangename gevoel dat die situatie voor een deel van de bevolking nog steeds opgaat. Wie illegaal is, heeft haast nergens toegang toe.
De spelers staan ontspannen op het toneel en vertellen het verhaal rustig en zonder al te grote gebaren. De relatie tussen Williams en zijn veel jongere vrouw Mabel en hun zoon laat zien hoe het politieke engagement zijn wissel trekt op het gezinsleven. Onder het motto ‘het persoonlijke is politiek’ brengt dit de thematiek dichterbij. Maar vooral door de muziek kruipt de voorstelling onontkoombaar onder je huid.
Regisseur Jörgen Tjon A Fong geeft de zwarte jaren zestig-muziek alle ruimte. De muzikaliteit draagt de voorstelling. De krachtige soul en rhytm & blues klinken door in spoken word en storytelling. Het maakt niet uit of de spelers praten of zingen, álles swingt in deze voorstelling. De prachtige stem van Ntjam Rosie doet aan Norah Jones denken. Maar ook Huub van der Lubbe, Manoushka Zeegelaar Breeveld, Gary Mendes en Mandela Wee Wee zingen en spelen de sterren van de hemel.
De voorstelling is op één moment wat pamflettistisch. Als de spelers naast elkaar met luide stem de namen van de slachtoffers van het politiegeweld in de Verenigde Staten voorlezen. Verder ontroert We hadden liefde, we hadden wapens doordat je ziet hoe de discriminatie doorwerkt in het leven van mensen die je gedurende de voorstelling in je hart sluit.
Deel deze recensie
2 maart 2019