Van vurige revolutie naar gepolariseerde nu - De Laatste Dichters in de Theaterkrant

Celia in gevecht met haar hart en haar gevoel.

VAN VURIGE REVOLUTIE NAAR GEPOLARISEERDE NU

‘When the revolution comes, some of us will probably catch it on tv.’ In de jaren ’60 riepen The Last Poets, een groep Afro-Amerikaanse dichters, hun gemeenschap op tot activisme met hun krachtige teksten en muziek. Christine Otten ontmoette de dichters in Harlem en schreef over hun de roman De laatste dichters. Urban Myth vertaalde deze roman naar het podium. In de voorstelling wisselen fragmenten uit het leven van de verschillende dichters uit de groep elkaar af en worden bruggen geslagen naar de actualiteit, met wisselend succes.

Een belangrijk onderliggend thema in de voorstelling is de zelfhaat en het geïnternaliseerde racisme van de gemeenschap waarin de dichters zich bewogen. Dit komt mooi naar voren in een paar sterke scènes, zoals een gesprek tussen dichters Gylan Kain (Cees Geel) en Felipe Luciano (Uriah Havertong). Kain vertelt hoe hij constant bewust is van de kleur van zijn huid. Het woord ‘nigger’ associeert hij met opvliegendheid en geweld, een eigenschap die dood moet om een goede man te kunnen zijn. De vervreemding van een witte acteur die een zwarte acteur vertelt over de worsteling met zijn huidskleur is wrang en werkt goed.

Tegen het einde wordt de zelfhaat vanuit een ander perspectief bekeken. In een mooie scène zien we dat Umar Bin Hassan (Tarikh Janssen) zijn vriendin (Birgit Schuurman) bedrogen blijkt te hebben, ondanks zijn liefde voor haar. Daarmee manipuleert hij zijn eigen liefdesgeluk. Zo duwen de dichters steeds de mensen om hen heen weg.

De acteurs onderbreken de scènes over de dichters met teksten over het heden en hun eigen situatie. Het is een stijl die de laatste tijd vaker te zien is in het theater: de acteur stapt zogenaamd spontaan uit zijn rol om ruimte te maken voor persoonlijke woede. Soms pakt dit ijzersterk uit en is het een uitgelezen kans voor een maker om op een bestaande tekst te reflecteren, zoals in de monoloog van Rick Paul van Mulligen in Small Town Boy. Ook hier begint de woede spannend met een monoloog van Havertong. In een gefrustreerde tirade vraagt hij zich af of hij gecast wordt om de diversiteit van de voorstelling te vergroten, of een werk ‘edgy’ te maken.

Zijn monoloog raakt wanneer hij de eenzaamheid van deze situatie aan de kaak stelt: waar is de solidariteit onder zwarte acteurs? Is er een groepsapp van zwarte acteurs waar hij niet in zit? De hechte gemeenschap die de dichters hadden, ondanks hun vele en heftige ruzies, lijkt te ontbreken in het huidige landschap van zwarte performers in Nederland. Het is jammer dat de illusie wordt opgehouden dat Havertong deze tekst spontaan bedenkt, waardoor de woorden juist gekunsteld overkomen in plaats van rauw. Toch weet hij zijn frustratie voelbaar te maken in de zaal. Ook de persoonlijke monoloog van Janssen is sterk, waarin hij vertelt over zijn voorkeur voor blonde vrouwen en daarmee laat zien hoe hardnekkig het geïnternaliseerde racisme nog steeds is.

Helaas slaat regisseur Jörgen Tjon A Fong de plank ook weleens mis met de bruggetjes naar de actualiteit. Meerdere keren worden feminisme en classisme als vergelijkingsmateriaal gebruikt om problemen rondom racisme te illustreren. Zo wordt in een scène over het n-woord ook het woord ‘feminist’ als gevoelige term bestempeld en Geel vertelt over de vooroordelen uit zijn jeugd als kind uit een arbeidersgezin. Op deze manier spelen de witte acteurs met ironie het tegengeluid, dat vaak niet eens kwaad bedoeld is maar de emancipatie wel degelijk in de weg staat, omdat het de aandacht in het debat opeist.

Het laat ook het verschil zien tussen de vurige, snelle revolutie waar de dichters voor predikten en de langdurige, gepolariseerde debatten waar de verandering in deze tijd in moet plaatsvinden. Het is interessant om dit aan de orde te stellen, maar jammer dat daarom ook de voorstelling afdwaalt van de kern en zo zelf ook in de val trapt. Ironisch of niet, er worden uitgebreid vraagstukken aan de orde gesteld waarbij toch weer het witte perspectief centraal staat. Het zijn weliswaar belangrijke vraagstukken, maar ze voelen in de geschiedenis van The last poets niet helemaal op zijn plaats.

Door de onhandig geveinsde spontaniteit mist er een zekere rauwheid in de voorstelling, die je wel zou verwachten bij Harlem en de vechtlust van de dichters. De teksten van The last poets zelf, prachtig uitgevoerd door Pink Oculus (Esperanza Denswil) blijven het sterkste, spannendste element van de voorstelling en blijven het meest bij.

Theaterkrant door Eva van Weerd, 24 februari 2020

Link naar artikel

Deel deze recensie


"Jörgen Tjon A Fong slaag er wederom in een voorstelling neer te zetten die de gedachtes prikkelt, confronteert en uitdaagt." - Het Parool

Celia in gevecht met haar hart en haar gevoel.

De laatste dichters is vluchtig, maar weet wel te prikkelen

Het duurt even voor de vlam in de pan slaat. Tot dan is De laatste dichters een nog niet helemaal tot leven gekomen voorstelling over de groepen zwarte dichters die in de jaren zestig en zeventig in New York optraden als The Last Poets, die het activisme van Malcolm X combineerden met de muzikaliteit van John Coltrane en met hun performances een fundament legden voor de hiphop.

Maar dan neemt Uriah Havertong het woord met een felle monoloog over zijn worsteling als zwarte acteur in het ‘o zo witte theaterwereldje’.

Hij vertelt hoe hij bij elke rol twijfelt of hij wordt gezien als acteur of als een vinkje in het hokje diversiteit. ‘Het is niet oké,’ herhaalt hij, zijn gevoel van onrecht samenballend in een vlammende vertolking van het gedicht When the revolution comes.

Zo schuiven de woede van vandaag en gisteren over elkaar heen, maar wordt ook het politieke aan het persoonlijke verbonden. Op een ander moment in de voorstelling snijdt ­Birgit Schuurman de gevoeligheid van taal aan, zoals de regels rond het n-woord.

Die persoonlijk geëngageerde momenten worden afgewisseld met muzikale intermezzo’s door de fantastische zangeres en rapper Pink Oculus en scènes uit het leven van een aantal prominente Last Poets.

Als voorstelling over The Last Poets voelt De laatste dichters wat te vluchtig. De scènes zijn te fragmentarisch en de personages en hun drijfveren worden, op Umar na, niet genoeg uitgediept. Het maakt een scène waarin geruzied wordt over de richting van de groep arbitrair.

Desalniettemin slaagt regisseur Jörgen Tjon A Fong er na de ­succesvolle jeugdvoorstelling Martin Luther King wederom in een voorstelling neer te zetten die de gedachtes prikkelt, confronteert en uitdaagt.

Muziektheater

De laatste dichters
Door Urban Myth
Gezien 23/2 ITA
Te zien 3/4 Het Bijlmer Parktheater; 16/4 De Kleine Komedie

Parool: door Elise van Dam 26 februari 2020
Link naar artikel

Deel deze recensie


Pink Oculus

Wat is de nalatenschap van De Laatste Dichters? - De Telegraaf

Pink Oculus

Wat is de nalatenschap van De Laatste Dichters?

Urban Myth brengt ode aan grondleggers hiphop

Telegraaf, door Esther Kleuver 19 februari 2020

Het Afro-Amerikaanse dichterscollectief The Last Poets wordt ook wel gezien als de grondleggers van de hiphop. Ten tijde van de burgerrechtenbeweging eind jaren zestig besloten de eerste leden niet de wapens op te pakken, maar de zwarte Amerikaan een stem te geven middels poëzie en muziek. Urban Myth maakt met de theatervoorstelling De Laatste Dichters na vijftig jaar de balans op.

Het muziektheaterstuk is losjes geïnspireerd op de gelijknamige roman van Christine Otten, maar wordt tevens verweven met de (Nederlandse) actualiteit en de persoonlijke ervaringen van de acteurs die erin meespelen, waaronder Cees Geel, Birgit Schuurman en Tarikh Janssen. Welke lessen trekken zij nu nog uit uit het werk van The Last Poets en alles wat er in hun geest is gemaakt?

Boodschap

Acteur Tarikh Janssen kiest voor een fragment uit het nummer Changes van David Bowie, dat ook in de voorstelling te horen is. Het popicoon liet zich niet alleen graag inspireren door The Last Poets, hij had zelfs een van hun platen op nummer 1 in zijn ultieme album top 25 staan. „’Turn and face the strange. Don’t want to be a richer man. Turn and face the strange. Just gonna have to be a different man.’ Deze zinnen zijn op veel manieren te interpreteren, maar voor mij betekent het; ’Laten we niet bang zijn voor het onbekende, we zijn rijker dan je denkt. Je hoeft niet ver te zoeken, omhels alle emotionele kanten van jezelf, schaam je niet. Alleen dan kunnen we onszelf volledig accepteren.’ Deze boodschap zie je ook vaak terug in de teksten van The Last Poets; ’Confronteer jezelf, wees kritisch, verandering begint eerst bij jezelf.’”

Cees Geel beaamt dit feitelijk door voor een stukje tekst uit het nummer Niggaz are scared of Revolution te kiezen: ’Niggas are somewhere fucking. Try to be nice to them, they fuck you over.’ Volgens de acteur hét bewijs dat deze kunstenaars ook konden relativeren. Iets wat hij nog wel eens – bij alle groepen overigens – mist in het huidige debat. „Wie zonder zonde is werpe de eerste steen. Identiteitspolitiek bestaat uit alleen maar wijzen naar de ander. Heel comfortabel, maar uiterst contraproductief. The Last Poets onderwierpen zichzelf tenminste ook aan zelfkritiek. Een bijna archaïsche term in deze tijd”, constateert hij spijtig.

Singer-songwriter Esperanza Denswil, beter bekend onder haar artiestennaam Pink Oculus, voelt dan weer vooral een klik met de zinsnede ’Understand what black is, the source from which all things come’ uit het nummer Understand what black is. „De ontstijging van het ’zelf’ waar The Last Poets voor stonden, daar kan ik me enorm mee identificeren. Dat is ook waar ik mijn leven als artiest aan wijd. Die twee zinnen zijn voor mij niet alleen een tekst die ik voordraag, maar ook wat ik daadwerkelijk geloof. Vanuit het onzichtbare iets materialiseren en in de letterlijke zin; de moeder van de mensheid. Een zwarte vrouw. Mijn deelname aan De Laatste Dichters zie ik als een voortzetting van mijn verhaal als artiest, producer, en performer.”

Volgens Birgit Schuurman toont de voorstelling ook aan dat activisme en de liefde niet altijd samen gaan. ’I love you – I know. I tried it once. Tried my best to leave you. The way that lovers try their best to do without one and other. To be in the world without the one, one thinks the world of I think the world of you.’ „Het is prachtig als je partner een ideaal heeft waar hij of zij voor leeft en ademt. Dat zie je bij alle mannen van The Last Poets. Al hun aandacht, tijd, strijdkracht en liefde gaat naar hun ideaal. Hoe zij de wereld willen veranderen, een revolutie willen beginnen met hun woorden, dat is inspirerend, maar het kan een liefdesrelatie flink in de weg staan.”

Terwijl Uriah Havertong zichzelf dan weer vooral herkent in dit specifiek tekstfragment uit de voorstelling: ’Ik bedoel dat ik precies weet wat voor kleur ik heb. Iedere seconde van de dag, van de nacht. Altijd ben ik me bewust van mijn kleur. Soms lijkt het net alsof ik alleen mijn kleur ben. Alsof ik mezelf verstop onder mijn kleur, alsof ik verdwaal. Kijk dan naar me.’ „Er is een moment in mijn leven geweest dat ik mij bewust werd dat ik een andere huidskleur had dan mijn vriendjes”, aldus de acteur. „Toen ik mij realiseerde dat racisme in Nederland bestaat en ik dit zelf heb ervaren, kon ik af en toe best paranoïde worden. Als mij iets vervelends overkwam, ging ik er direct vanuit dat dit te maken had met mijn huidskleur. Om er constant zo bezig te zijn, kan er soms voor zorgen dat ik mij niet meer voel dan een kleur. Eerst zwart, dan pas een persoon.”

Kortom, er valt nog veel te leren van de mannen die ooit The Last Poets vormden en aantoonden dat de pen scherper kan zijn dan het zwaard.

 

Deel deze recensie


BIRGIT SCHUURMAN STAPT IN DE BURGERRECHTENBEWEGING MET DE LAATSTE DICHTERS VAN URBAN MYTH

De Laatste Dichters

Schuurman vanaf 23 februari terug in de Nederlandse theaters met Cees Geel en Tarikh Jansen.

Birgit Schuurman sluit zich aan bij Cees Geel en Tarikh Jansen voor de cast van De Laatste Dichters, de nieuwe muziektheatervoorstelling  van theatergroep Urban Myth (coproductie met Internationaal Theater Amsterdam). De voorstelling vertelt het verhaal over drie Afro-Amerikaanse mannen, bekend als de Last Poets, die zich eind jaren 60 in Amerika emanciperen via poëzie en muziek en hun relatie met elkaar en hun omgeving. Veelzijdig talent, onder andere zangeres en actrice, Birgit Schuurman vertaalt de rollen van de vrouwen in de levens van deze mannen. De voorstelling is geïnspireerd op het gelijknamige boek van Christine Otten. De Laatste Dichters, onder regie van Jörgen Tjon A Fong, gaat 23 februari in première in Internationaal Theater Amsterdam en is daarna in de grote zalen van het land te zien.

Woordstrijd voor identiteit

De Laatste Dichters
is een waargebeurd verhaal over de kracht van kunst. Over het vinden van je ware identiteit via woord en muziek (Pink Oculus). Met hun woorden als wapen bestreden de Last Poets ten tijde van de burgerrechtenbeweging in Amerika een generaties-oud negatief zelfbeeld van veel Afro-Amerikanen. De poëtische teksten op muziek van de Last Poets inspireerde vele generaties muzikanten en rappers waaronder David Bowie, Mick Jagger, Public Enemy, 2Pac, Common en Erykah Badu.

Urban Myth onderzoekt op het podium de nalatenschap van deze Last Poets. Niet alleen in Amerika, maar ook hier in Nederland. Het waargebeurde verhaal wordt aangevuld met eigen actuele verhalen, nieuwe gedichten en songs. Wat bracht de strijd van deze eerste rappers teweeg? Wat betekent hun boodschap nu nog in deze tijd van identiteitspolitiek? En hoe dragen ze ook nu nog bij aan bewustwording en maatschappelijke verandering?

Cast & Crew
Regie en script: Jörgen Tjon A Fong
Geïnspireerd op het boek De Laatste Dichters van Christine Otten
Cast: Cees Geel, Tarikh Janssen, Birgit Schuurman, Uriah Havertong
Muziek: Pink Oculus
Coproducent: Internationaal Theater Amsterdam

Deel dit bericht