Tot slaafgemaakte mannen graven trenzen

Slavernij in het museum ‘Het draait allemaal om perspectief en bewustwording’

Tot slaafgemaakte mannen graven trenzen

Slavernij in het museum

Voor het eerst in haar geschiedenis is er in het Rijksmuseum een tentoonstelling over slavernij. Jörgen Tjon A Fong is de tentoonstellingsdramaturg van de expostitie en adviseerde de curatoren bij de conceptuele ontwikkeling van de tentoonstelling. En dat niet alleen, hij maakte ook de gratis audiotour die de rode draad is van de tentoonstelling.

 

Lees het artikel hier:  Vrij Nederland – Slavernij in het museum

Deel deze recensie


Interview met Birgit Schuurman over Waarom is het stil in de stad? in Tubantia

Interview met Birgit Schuurman in Tubantia

Hoe ervaren kinderen de lockdown? Birgit Schuurman en Tarikh Janssen hebben het erover in Waarom is het stil in de stad?

Hoe gingen de voorstellingen tot nu toe?

“We hebben net een paar schoolvoorstellingen achter de rug. Dat was heel fijn, omdat je een zaal vol hebt met kinderen die zonder restricties naast elkaar mogen zitten. Verder ligt het er een beetje aan in welk theater je speelt. Meestal kunnen ze de zalen op een soort van Tetris-manier zo vol mogelijk krijgen. Maar deze voorstelling leent zich ook voor een kleiner publiek.”

Hoe zijn jullie te werk gegaan?

“Ongeveer een kwart van het stuk bestaat uit ‘verbatim theater’, zoals ze dat noemen: medespeler Tarikh en ik dragen oortjes waarin we de vooraf gemaakte interviews met kinderen horen. Wij praten ze zo precies mogelijk na, zodat je, zonder een stemmetje op te hoeven zetten, precies de intonatie en de emoties van de kinderen meekrijgt. Dat werkt heel goed. De stukken zijn doorsneden met scenes uit De Pest van Albert Camus.”

Hoe kwamen de kinderen de lockdown eigenlijk door?

“Kinderen reageerden heel verschillend. Sommigen vonden het wel chill, want als ze hun schoolwerk af hadden was er meer tijd om te gamen, anderen voelden zich eenzaam. Er waren kinderen bij die tijdens het zien van de voorstelling begonnen te huilen, omdat ze familieleden hadden die overleden zijn aan corona. Mijn zoontje van 11, ook geïnterviewd voor het stuk, behoorde tot de chill-variant. Ik vond het opvallend hoe zelfstandig hij eigenlijk al aan de slag kon. En het was fijn om samen tijd door te brengen. Normaal zeg je ’s morgens ‘tot vanmiddag’ tegen elkaar en moet je maar zien of je ’s avonds te horen krijgt hoe zijn dag was.“

Wat heb jij met echte verhalen’?

Ïk heb ook in het theater gestaan met De gevangenismonologen en die waren ook op interviews gebaseerd. Dat is geen toeval. Ik wil graag inhoudelijke echte verhalen vertellen. Zeker sinds ik moeder ben wil ik mijn tijd besteden aan dingen die zinvol zijn, die mij voeden als mens. Ik heb de luxe dat ik kan kiezen.”

Deel deze recensie


Waarom is het stil in de stad? Urban Myth

Veerkrachtig Theater over Hier en Nu-Theaterkrant over Waarom is het stil in de stad?

Waarom is het stil in de stad? Urban Myth

Veerkrachtig Theater over Hier en Nu

Theaterkrant Henri Drost
16 oktober 2020
Gezien op 15 oktober 2020, Schouwburg Hengelo

Veerkrachtig Theater over Hier en Nu- Theaterkrant over Waarom is het stil in de stad?

Het is vervreemdend: samen met negentwintig anderen een voorstelling bekijken die terugblikt op de eerste lockdown op het moment dat de tweede zojuist is begonnen. Het is dan ook niet een voorstelling die regisseur Jörgen Tjon A Fong en acteurs Birgit Schuurman en Tarikh Janssen ooit hadden gedacht te maken.

Hoe vertel je nou een verhaal als je zelf nog midden in dat verhaal zit? Het antwoord op die vraag vinden de makers allereerst in interviews die zij hielden met kinderen met verschillende achtergronden. Hoe reageerden zij toen de scholen opeens dicht moesten, er niet meer in teamverband mocht worden gesport en bezoek aan opa en oma onmogelijk was geworden? Schuurman en Janssen spreken woord voor woord de verschillende kinderen na, inclusief elke lach of kuch.

Het Amsterdam van 2020 spiegelen ze behendig aan een veel ouder verhaal: dat van Oran in 1940 uit Albert Camus’ De pest, en ook aan hun eigen leven. Hoe gingen zij zelf om met agenda’s die van de ene op de andere dag leeg waren? Ook aan de kinderen in het publiek wordt gevraagd hoe zij bijvoorbeeld het thuisonderwijs hebben ervaren nadat beelden van de persconferentie in maart zijn geprojecteerd.

Dat dit alles niet resulteert in een loodzware en sombere voorstelling is te danken aan het energiek en naturel spel, waarbij zowel ruimte is voor een komisch hamstergevecht om blikken tomaten en uiteraard vele pakken toiletpapier als het aangrijpende relaas van de dertienjarige Bilal die in een tijdsbestek van enkele dagen beide grootouders verloor.

Dat we nog altijd midden in dit verhaal zitten, is niet alleen duidelijk merkbaar in het theater, maar ook als we na zeventig minuten weer buiten staan. Op deze koopavond zijn alle winkels en horeca gesloten en is het opnieuw stil en donker in de stad. Het verdere verloop van dit verhaal is voor jong en oud onzeker. Waarom is het stil in de stad? is daardoor meer dan een documentaire jeugdtheatervoorstelling over de coronacrisis vanuit het oogpunt van kinderen. Want zoals Schuurman concludeert: ‘Ik denk dat dit het eerste moment in de geschiedenis is dat volwassenen evenveel over iets weten als kinderen.’

Bovenal toont de voorstelling de veerkracht en het lef van het Nederlandse jeugdtheater. Dat niet kiest voor escapisme, geruststellende sprookjesvoorstellingen, maar theater maakt over het hier en nu waarbij vragen onbeantwoord mogen blijven.

Foto: Jean van Lingen

Deel deze recensie


Humberto Tan aan tafel bij De Vooravond met in achtergrond de foto die hij nam voor de tentoonstelling Hollandse Meesters Her-Zien welke afgedrukt is in The New York Times

Hollandse Meesters Her-Zien Shout Out van Humberto Tan in De Vooravond

In de media

Op maandag 12 oktober was Humberto Tan te gast bij de Vooravond. Hoewel hij aan tafel zat om te vertellen over het programma Het perfecte Plaatje, kwam de expositie Hollandse Meesters Her-Zien uitgebreid aan bod.

The New York Times
The New York Times plaatste een van de, door Humberto Tan gemaakte, portretten van Hollandse Meesters Her-Zien bij het artikel waarin ze de tentoonstelling uitgebreid bespraken. Voor Humberto voelde het alsof hij een award won.

Kijk hier vanaf 22.57 minuut naar het interview met de shout out naar Urban Myth en Hollandse Meesters Her-Zien.

Foto van Typhoon gemaakt door Humberto Tan zoals deze is afgedrukt in The New York Times en getoond wordt in het programma De Vooravond

Deel dit bericht


Tarikh Janssen en Birgit Schuurman in een scene van Waarom is het stil in de stad?

Waarom is het stil in de stad? **** sterren Kidsweek - "Je moet lachen [..] en je krijgt een brok in je keel..."

Tarikh Janssen en Birgit Schuurman in een scene van Waarom is het stil in de stad?

Anders dan andere voorstelling

**** sterren
ANDERS DAN ANDERE VOORSTELLING

Hoe maak je een voorstelling over een verhaal waar je nog middenin zit en wat elke dag verandert? Dan moet je wel iets maken wat anders is dan anders. Dat is Waarom is het stil in de stad? dan ook. Een voorstelling over corona verteld voor en door kinderen.

Acteurs Birgit Schuurman en Tarikh Janssen hebben verschillende kinderen geïnterviewd over hoe zij de coronacrisis hebben ervaren. Hun verhalen spelen ze letterlijk na: met elke lach, kuch en beweging die tijdens het gesprek is gemaakt. Dat zorgt ervoor dat het echt het verhaal van de kinderen blijft, ook al zie je ze niet op het podium. En hoeveel verhalen je al over corona hebt gehoord, toch maakt deze voorstelling weer een hoop los.

Lichtpuntje

Je moet lachen als de elfjarige Chico (zoon van Birgit) wordt betrapt op een leugentje en dreigt met scheldwoorden zijn verhaal uit de voorstelling te houden. En krijgt een brok in je keel als Bilal (13) vertelt hoe snel zijn opa én oma aan virus zijn overleden. Naast dit verhaal uit 2020 vertelt Simone (11) over de pest die haar stad Oran (Algerije) in 1940 trof. Want corona is zeker niet het eerste virus dat de wereld op z’n kop zet. Dat de pest uiteindelijk aan kracht verloor en verdween, biedt hoop voor de toekomst. En dat is een fijn lichtpuntje om de zaal mee te verlaten.

Waarom is het stil in de stad? is een voorstelling van Urban Myth, STIP theaterproducties en Theater De Krakeling.

Deel deze recensie


Lobby om toch subsidie vrij te maken voor Urban Myth

In de media

Amsterdamse en landelijke culturele instellingen doen een beroep op het Amsterdam Fonds voor de Kunst en de gemeente om toch budget vrij te maken voor Urban Myth.

Het Parool, Marjolijn de Cocq
10 augustus 2020, 9:37

(Naar het artikel in het Parool)

De culturele organisatie Urban Myth maakt sinds 2001 interdisciplinaire theatervoorstellingen voor de grote en de kleine zaal onder leiding van ­regisseur Jörgen Tjon A Fong en was de afgelopen vijftien jaar vaste bespeler van ITA (voorheen Stadsschouwburg Amsterdam). Ondanks een positief advies krijgt het gezelschap de komende vier jaar geen subsidie van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Onder meer ITA, het Amsterdam Museum, De Hermitage en De Krakeling pleiten bij het AFK en ­wethouder kunst en cultuur Touria Meliani voor het voortbestaan van Urban Myth.

“Urban Myth is een onmisbare schakel in de theatersector, in Amsterdam maar ook landelijk,” aldus Kees Blijleven van De Krakeling. “De universele verhalen die zij vertellen vanuit de verschillende achtergronden zijn broodnodig voor een jeugdig publiek.” Ernestine Comvalius van het Bijlmer Parktheater: “In het theaterlandschap is slechts een beperkt aanbod aan voorstellingen voor jong en oud dat verhalen uit de gedeelde geschiedenis centraal stelt. De opheffing van Urban Myth staat haaks op het beleid om de meerstemmigheid in de stad te bevorderen.”

Roots uit alle windstreken
Naast spraakmakende voorstellingen als Martin Luther King (Gouden ­Krekel 2019) investeert Urban Myth in jong talent. Ook buiten het theater maakt het gezelschap naam. Met het Amsterdam Museum en de Hermitage werd de tentoonstelling Hollandse Meesters Her-Zien, over historische Amsterdammers, gemaakt.

Jaren aan ervaring met theater voor een breed publiek en met roots uit alle windstreken worden met de subsidiestop tenietgedaan, aldus de pleit­bezorgers. “Juist met Hollandse Meesters Her-Zien liet Urban Myth maar weer eens zien wat ze voor onze ­samenleving anno 2020 kunnen betekenen,” aldus Paul Mosterd van De Hermitage/Nieuwe Kerk. “De portretten openden intelligent en laagdrempelig de ogen. Juist die combinatie, willen we dat echt missen?”

Deel dit bericht


Van vurige revolutie naar gepolariseerde nu - De Laatste Dichters in de Theaterkrant

Celia in gevecht met haar hart en haar gevoel.

VAN VURIGE REVOLUTIE NAAR GEPOLARISEERDE NU

‘When the revolution comes, some of us will probably catch it on tv.’ In de jaren ’60 riepen The Last Poets, een groep Afro-Amerikaanse dichters, hun gemeenschap op tot activisme met hun krachtige teksten en muziek. Christine Otten ontmoette de dichters in Harlem en schreef over hun de roman De laatste dichters. Urban Myth vertaalde deze roman naar het podium. In de voorstelling wisselen fragmenten uit het leven van de verschillende dichters uit de groep elkaar af en worden bruggen geslagen naar de actualiteit, met wisselend succes.

Een belangrijk onderliggend thema in de voorstelling is de zelfhaat en het geïnternaliseerde racisme van de gemeenschap waarin de dichters zich bewogen. Dit komt mooi naar voren in een paar sterke scènes, zoals een gesprek tussen dichters Gylan Kain (Cees Geel) en Felipe Luciano (Uriah Havertong). Kain vertelt hoe hij constant bewust is van de kleur van zijn huid. Het woord ‘nigger’ associeert hij met opvliegendheid en geweld, een eigenschap die dood moet om een goede man te kunnen zijn. De vervreemding van een witte acteur die een zwarte acteur vertelt over de worsteling met zijn huidskleur is wrang en werkt goed.

Tegen het einde wordt de zelfhaat vanuit een ander perspectief bekeken. In een mooie scène zien we dat Umar Bin Hassan (Tarikh Janssen) zijn vriendin (Birgit Schuurman) bedrogen blijkt te hebben, ondanks zijn liefde voor haar. Daarmee manipuleert hij zijn eigen liefdesgeluk. Zo duwen de dichters steeds de mensen om hen heen weg.

De acteurs onderbreken de scènes over de dichters met teksten over het heden en hun eigen situatie. Het is een stijl die de laatste tijd vaker te zien is in het theater: de acteur stapt zogenaamd spontaan uit zijn rol om ruimte te maken voor persoonlijke woede. Soms pakt dit ijzersterk uit en is het een uitgelezen kans voor een maker om op een bestaande tekst te reflecteren, zoals in de monoloog van Rick Paul van Mulligen in Small Town Boy. Ook hier begint de woede spannend met een monoloog van Havertong. In een gefrustreerde tirade vraagt hij zich af of hij gecast wordt om de diversiteit van de voorstelling te vergroten, of een werk ‘edgy’ te maken.

Zijn monoloog raakt wanneer hij de eenzaamheid van deze situatie aan de kaak stelt: waar is de solidariteit onder zwarte acteurs? Is er een groepsapp van zwarte acteurs waar hij niet in zit? De hechte gemeenschap die de dichters hadden, ondanks hun vele en heftige ruzies, lijkt te ontbreken in het huidige landschap van zwarte performers in Nederland. Het is jammer dat de illusie wordt opgehouden dat Havertong deze tekst spontaan bedenkt, waardoor de woorden juist gekunsteld overkomen in plaats van rauw. Toch weet hij zijn frustratie voelbaar te maken in de zaal. Ook de persoonlijke monoloog van Janssen is sterk, waarin hij vertelt over zijn voorkeur voor blonde vrouwen en daarmee laat zien hoe hardnekkig het geïnternaliseerde racisme nog steeds is.

Helaas slaat regisseur Jörgen Tjon A Fong de plank ook weleens mis met de bruggetjes naar de actualiteit. Meerdere keren worden feminisme en classisme als vergelijkingsmateriaal gebruikt om problemen rondom racisme te illustreren. Zo wordt in een scène over het n-woord ook het woord ‘feminist’ als gevoelige term bestempeld en Geel vertelt over de vooroordelen uit zijn jeugd als kind uit een arbeidersgezin. Op deze manier spelen de witte acteurs met ironie het tegengeluid, dat vaak niet eens kwaad bedoeld is maar de emancipatie wel degelijk in de weg staat, omdat het de aandacht in het debat opeist.

Het laat ook het verschil zien tussen de vurige, snelle revolutie waar de dichters voor predikten en de langdurige, gepolariseerde debatten waar de verandering in deze tijd in moet plaatsvinden. Het is interessant om dit aan de orde te stellen, maar jammer dat daarom ook de voorstelling afdwaalt van de kern en zo zelf ook in de val trapt. Ironisch of niet, er worden uitgebreid vraagstukken aan de orde gesteld waarbij toch weer het witte perspectief centraal staat. Het zijn weliswaar belangrijke vraagstukken, maar ze voelen in de geschiedenis van The last poets niet helemaal op zijn plaats.

Door de onhandig geveinsde spontaniteit mist er een zekere rauwheid in de voorstelling, die je wel zou verwachten bij Harlem en de vechtlust van de dichters. De teksten van The last poets zelf, prachtig uitgevoerd door Pink Oculus (Esperanza Denswil) blijven het sterkste, spannendste element van de voorstelling en blijven het meest bij.

Theaterkrant door Eva van Weerd, 24 februari 2020

Link naar artikel

Deel deze recensie


"Jörgen Tjon A Fong slaag er wederom in een voorstelling neer te zetten die de gedachtes prikkelt, confronteert en uitdaagt." - Het Parool

Celia in gevecht met haar hart en haar gevoel.

De laatste dichters is vluchtig, maar weet wel te prikkelen

Het duurt even voor de vlam in de pan slaat. Tot dan is De laatste dichters een nog niet helemaal tot leven gekomen voorstelling over de groepen zwarte dichters die in de jaren zestig en zeventig in New York optraden als The Last Poets, die het activisme van Malcolm X combineerden met de muzikaliteit van John Coltrane en met hun performances een fundament legden voor de hiphop.

Maar dan neemt Uriah Havertong het woord met een felle monoloog over zijn worsteling als zwarte acteur in het ‘o zo witte theaterwereldje’.

Hij vertelt hoe hij bij elke rol twijfelt of hij wordt gezien als acteur of als een vinkje in het hokje diversiteit. ‘Het is niet oké,’ herhaalt hij, zijn gevoel van onrecht samenballend in een vlammende vertolking van het gedicht When the revolution comes.

Zo schuiven de woede van vandaag en gisteren over elkaar heen, maar wordt ook het politieke aan het persoonlijke verbonden. Op een ander moment in de voorstelling snijdt ­Birgit Schuurman de gevoeligheid van taal aan, zoals de regels rond het n-woord.

Die persoonlijk geëngageerde momenten worden afgewisseld met muzikale intermezzo’s door de fantastische zangeres en rapper Pink Oculus en scènes uit het leven van een aantal prominente Last Poets.

Als voorstelling over The Last Poets voelt De laatste dichters wat te vluchtig. De scènes zijn te fragmentarisch en de personages en hun drijfveren worden, op Umar na, niet genoeg uitgediept. Het maakt een scène waarin geruzied wordt over de richting van de groep arbitrair.

Desalniettemin slaagt regisseur Jörgen Tjon A Fong er na de ­succesvolle jeugdvoorstelling Martin Luther King wederom in een voorstelling neer te zetten die de gedachtes prikkelt, confronteert en uitdaagt.

Muziektheater

De laatste dichters
Door Urban Myth
Gezien 23/2 ITA
Te zien 3/4 Het Bijlmer Parktheater; 16/4 De Kleine Komedie

Parool: door Elise van Dam 26 februari 2020
Link naar artikel

Deel deze recensie


Pink Oculus

Wat is de nalatenschap van De Laatste Dichters? - De Telegraaf

Pink Oculus

Wat is de nalatenschap van De Laatste Dichters?

Urban Myth brengt ode aan grondleggers hiphop

Telegraaf, door Esther Kleuver 19 februari 2020

Het Afro-Amerikaanse dichterscollectief The Last Poets wordt ook wel gezien als de grondleggers van de hiphop. Ten tijde van de burgerrechtenbeweging eind jaren zestig besloten de eerste leden niet de wapens op te pakken, maar de zwarte Amerikaan een stem te geven middels poëzie en muziek. Urban Myth maakt met de theatervoorstelling De Laatste Dichters na vijftig jaar de balans op.

Het muziektheaterstuk is losjes geïnspireerd op de gelijknamige roman van Christine Otten, maar wordt tevens verweven met de (Nederlandse) actualiteit en de persoonlijke ervaringen van de acteurs die erin meespelen, waaronder Cees Geel, Birgit Schuurman en Tarikh Janssen. Welke lessen trekken zij nu nog uit uit het werk van The Last Poets en alles wat er in hun geest is gemaakt?

Boodschap

Acteur Tarikh Janssen kiest voor een fragment uit het nummer Changes van David Bowie, dat ook in de voorstelling te horen is. Het popicoon liet zich niet alleen graag inspireren door The Last Poets, hij had zelfs een van hun platen op nummer 1 in zijn ultieme album top 25 staan. „’Turn and face the strange. Don’t want to be a richer man. Turn and face the strange. Just gonna have to be a different man.’ Deze zinnen zijn op veel manieren te interpreteren, maar voor mij betekent het; ’Laten we niet bang zijn voor het onbekende, we zijn rijker dan je denkt. Je hoeft niet ver te zoeken, omhels alle emotionele kanten van jezelf, schaam je niet. Alleen dan kunnen we onszelf volledig accepteren.’ Deze boodschap zie je ook vaak terug in de teksten van The Last Poets; ’Confronteer jezelf, wees kritisch, verandering begint eerst bij jezelf.’”

Cees Geel beaamt dit feitelijk door voor een stukje tekst uit het nummer Niggaz are scared of Revolution te kiezen: ’Niggas are somewhere fucking. Try to be nice to them, they fuck you over.’ Volgens de acteur hét bewijs dat deze kunstenaars ook konden relativeren. Iets wat hij nog wel eens – bij alle groepen overigens – mist in het huidige debat. „Wie zonder zonde is werpe de eerste steen. Identiteitspolitiek bestaat uit alleen maar wijzen naar de ander. Heel comfortabel, maar uiterst contraproductief. The Last Poets onderwierpen zichzelf tenminste ook aan zelfkritiek. Een bijna archaïsche term in deze tijd”, constateert hij spijtig.

Singer-songwriter Esperanza Denswil, beter bekend onder haar artiestennaam Pink Oculus, voelt dan weer vooral een klik met de zinsnede ’Understand what black is, the source from which all things come’ uit het nummer Understand what black is. „De ontstijging van het ’zelf’ waar The Last Poets voor stonden, daar kan ik me enorm mee identificeren. Dat is ook waar ik mijn leven als artiest aan wijd. Die twee zinnen zijn voor mij niet alleen een tekst die ik voordraag, maar ook wat ik daadwerkelijk geloof. Vanuit het onzichtbare iets materialiseren en in de letterlijke zin; de moeder van de mensheid. Een zwarte vrouw. Mijn deelname aan De Laatste Dichters zie ik als een voortzetting van mijn verhaal als artiest, producer, en performer.”

Volgens Birgit Schuurman toont de voorstelling ook aan dat activisme en de liefde niet altijd samen gaan. ’I love you – I know. I tried it once. Tried my best to leave you. The way that lovers try their best to do without one and other. To be in the world without the one, one thinks the world of I think the world of you.’ „Het is prachtig als je partner een ideaal heeft waar hij of zij voor leeft en ademt. Dat zie je bij alle mannen van The Last Poets. Al hun aandacht, tijd, strijdkracht en liefde gaat naar hun ideaal. Hoe zij de wereld willen veranderen, een revolutie willen beginnen met hun woorden, dat is inspirerend, maar het kan een liefdesrelatie flink in de weg staan.”

Terwijl Uriah Havertong zichzelf dan weer vooral herkent in dit specifiek tekstfragment uit de voorstelling: ’Ik bedoel dat ik precies weet wat voor kleur ik heb. Iedere seconde van de dag, van de nacht. Altijd ben ik me bewust van mijn kleur. Soms lijkt het net alsof ik alleen mijn kleur ben. Alsof ik mezelf verstop onder mijn kleur, alsof ik verdwaal. Kijk dan naar me.’ „Er is een moment in mijn leven geweest dat ik mij bewust werd dat ik een andere huidskleur had dan mijn vriendjes”, aldus de acteur. „Toen ik mij realiseerde dat racisme in Nederland bestaat en ik dit zelf heb ervaren, kon ik af en toe best paranoïde worden. Als mij iets vervelends overkwam, ging ik er direct vanuit dat dit te maken had met mijn huidskleur. Om er constant zo bezig te zijn, kan er soms voor zorgen dat ik mij niet meer voel dan een kleur. Eerst zwart, dan pas een persoon.”

Kortom, er valt nog veel te leren van de mannen die ooit The Last Poets vormden en aantoonden dat de pen scherper kan zijn dan het zwaard.

 

Deel deze recensie


Martin Luther King in de Theaterkrant

Witte regisseur op toneel maakt rassensegregatie wrang invoelbaar


5 oktober 2018
Gezien op 4 oktober 2018, Theater de Krakeling, Amsterdam

De voorstelling begint en eindigt met een knal: het pistoolschot dat Martin Luther King precies vijftig jaar geleden op het balkon van het Lorraine Motel in Memphis fataal werd. In het uur daartussen zien we hoe King zich verzet tegen de rassenscheiding in de Verenigde Staten, maar ook de weerstand die zijn verzet oproept.

José Montoya speelt Martin Luther King, die als zorgeloos achtjarig jongetje met zijn vader geweigerd wordt in een schoenenwinkel: zwarte mensen moeten maar via de ingang in het steegje om de hoek. Het is zijn eerste confrontatie met de segregatie: niet veel later moet hij naar school en ziet hij hoe zijn buurjongetjes naar een andere school gaan dan hij.

Regisseur Jörgen Tjon a Fong, die ook de tekst schreef, springt in deze jeugdvoorstelling in rap tempo door het leven van King: de busboycot, de mars naar Washington, zijn befaamde speech. Hij laat daarbij meer ruimte voor biografische gebeurtenissen dan voor de emotie en impact op de personages. Daardoor blijven de personages wat aan de oppervlakte.

In niet meer dan een bijzin benoemt Coretta King bijvoorbeeld de weerslag die haar mans strijd heeft op hun gezin, in slechts een spaarzaam moment zien we de druk die de gemeenschap op King legt – terwijl juist die momenten ons sterk met de iconische personages doen identificeren.

De muziek, verzorgt door acteur/muzikant Gianni Noten, Timothy Bennet en Djuwney zit sterk in het verhaal verweven, en verbindt de personages in hun strijd – het is bovendien mooi dat de scheidslijn tussen speler en muzikant diffuus is.

Tjon a Fong maakt de impact van de rassensegregatie op slimme wijze invoelbaar: door (de witte) acteur Viktor Griffioen als regisseur voor de spelersgroep neer te zetten. Het creëert direct een zeer concrete ongelijkwaardige verhouding tussen hem en de anderen. Zo laat hij naar gelang zijn wensen scènes opnieuw beginnen, laat een rol van Imanuelle Grives overnemen door Rosa da Silva (‘even een andere kleur’), dwingt Grives tot een overdreven Surinaamse dictie en vervangt Montoya zelfs door een zwart jongetje uit het publiek.

Het is een wrange, maar heldere parallel: aan alles voel je dat het niet klopt, maar in eerste instantie schikt iedereen zich naar deze blijkbaar afgesproken rolverdeling. Maar als in de voorstelling de scène met Rosa Parks voorbijkomt – de zwarte vrouw die weigerde haar plaats in de bus aan een witte man af te staan en gearresteerd werd, waarop de zwarte gemeenschap onder leiding van King reageerde met de busboycot – gaan ook de spelers steeds meer in verzet tegen dit patroon. ‘Even een andere kleur’, pareert Montoya als hij zelf de regie overneemt. De muzikanten komen eveneens in verzet tegen de dominante rol van Griffioen.

Daarna ontpopt Griffioen zich gaandeweg tot bange, boze witte man, die het gevoel heeft dat hem zijn rechten – ‘waar hij hard voor gewerkt heeft’ – worden ontnomen. ‘Tradities worden opgeschud, en door wie? Door mensen die tevreden zouden moeten zijn met de kansen die dit prachtige land ze biedt.’

Als op het einde het voltallige publiek op het podium deelneemt aan de mars voor gelijke rechten, en de openingsscène nog eens plaatsvindt, maar nu op de lege tribune waar we net zaten, wordt maar eens pijnlijk duidelijk dat ongelijkheid, racisme, angst en boosheid niet iets zijn waar we vanaf een afstandje naar kijken, maar wat nog steeds in ons midden plaatsvindt. De strijd is nog niet gestreden.

Foto: Jean van Lingen

Deel deze recensie

Privacy Preference Center